Maidenspeech Statenvergadering

Gepubliceerd op 13 december 2023 om 15:30

Een Statenlid houdt zijn maidenspeech als hij de eerste keer na zijn benoeming in de plenaire vergadering van de Provinciale Staten namens zijn fractie het woord voert. 

Op 13 december 2023 was het mijn beurt om het woord te voeren namens het CDA. Mijn maidenspeech ging (naast het inhoudelijke onderwerp) ook in op mijn motivatie om namens het CDA in Provinciale Staten volksvertegenwoordiger te zijn.

Een maidenspeech heeft daarom altijd een persoonlijke touch. Ik sprak de volgende tekst uit:

Voorzitter, Het voelt voor mij een beetje teleurstellend om mijn maidenspeech te moeten houden bij een technisch onderwerp als de Controleverordening. Aanvankelijk was ik niet van plan nog een bijdrage te geven bij dit onderwerp omdat we uitvoerig in de Statencommissie de standpunten met elkaar hebben gewisseld. Maar goed, het is een bespreekpunt en mijn fractie vindt er wel wat van.

Als jongste van 10 kinderen was de avondmaaltijd bij ons thuis hét ontmoetingsmoment van de dag. Alle verhalen die we die dag meegemaakt hadden werden aan tafel gedeeld. Misschien wel hierdoor kan ik het gezin waar ik uit voort kom beschrijven als apolitiek. Het ging eigenlijk nooit over politieke zaken. Wel ben ik opgevoed met christelijke waarden zoals zorg voor elkaar en voor de aarde, respectvol omgaan met elkaar en je talenten inzetten voor de samenleving. Het zijn juist deze waarden die ik in het CDA herken.

CDA’ers laten zich leiden door de Bijbelse boodschap van respect, liefde en omzien naar elkaar. In het beginselprogramma wordt dit door de termen gespreide verantwoordelijkheid, gerechtigheid, solidariteit en rentmeesterschap inhoud gegeven.

CDA’ers proberen aan de hand van deze uitgangspunten een positieve bijdrage te leveren aan het besturen van diverse overheidsorganen. Ook al zijn we met steeds minder, onze boodschap blijft consistent. We proberen met een positieve bijdrage de wereld in zijn algemeenheid, maar in ons geval de provincie Zuid-Holland een beetje beter te maken.

In de commissie Onderzoek van de Rekening van 29 november hebben we stilgestaan bij de Controleverordening en het statenvoorstel kaders rechtmatigheidscontrole. Uiteindelijk bleek er nog één discussiepunt over: de rapporteringsgrens. Diverse fracties wensen die grens lager te stellen dan door GS voorgesteld.

GS stelt voor om deze grens op 500.000 euro te zetten. Deze ligt dicht bij de grens die in de huidige regelgeving is opgenomen. Het argument dat andere provincies veel lagere grenzen zouden hanteren klopt slechts deels, er zijn immers ook provincies (zoals Zeeland en Gelderland) die hogere grenzen hanteren.

De verantwoordingsgrens en rapporteringsgrens zou gerelateerd moeten zijn aan de beheersing van de interne primaire processen. Hoe minder vertrouwen je daarin hebt, hoe meer controle je er op wenst uit te voeren en erover gerapporteerd wenst te worden. De recente besprekingen met de accountant heeft onze fractie bevestigd in de perceptie dat de beheersing van de primaire processen in dit huis goed op orde is. Er is naar onze mening daarom geen reden om lagere rapporteringsgrenzen vast te stellen.

Vz, wij steunen het voorstel.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.